15. He'll be back...
- Marc Krone
- Dec 11, 2020
- 6 min read
Updated: Jan 23, 2021

Om 19:00 uur is het diner. Ik eet mee. Omdat het Plochenhaus dicht was en ik vanmiddag een flink gat in de voorraad heb geslagen heb ik eigenlijk nog maar voor twee dagen eten en weet niet wanneer ik de kans krijg om iets aan te vullen. De eerste plek met een winkel op de route ligt ongeveer vijf dagen verder maar ik denk dat ik misschien liever helemaal niet de route volg maar koers zet richting Italië .
Als ik nu een goede maaltijd naar binnen sla kan ik morgen toe met wat noten en koffie. Spaart een dag.
Ik heb al gemerkt dat het meeste geld in hutten wordt verdiend met het ontbijt: €10 tot €15 voor oud brood en slappe koffie: dat kan ik beter. Het diner is meer waar voor je geld, dus zit ik om 19:00 uur met het Duitse echtpaar en de jongen in de lange onderbroek aan tafel. Hij heet Mike. Zijn, van de hut geleende, roze crock’s vervolmaken de eclectische zwerverslook. Eenmaal samen blijkt hij een geweldig leuke kerel. We praten over lopen, avonturen en ervaringen en over het leven in het algemeen. Het onverwacht fris en vrolijke Duitse echtpaar mengt zich ook in het gesprek. Onder het genot van water, wijn en een eenvoudig doch voedzame maaltijd willen ze van alles weten. “Hoe is het om alleen te lopen?”
“Eenzaam van tijd tot tijd... en ja af en toe ben je ook bang... “ Er valt een stilte aan tafel en bijna hoorbaar lijkt er een wissel om te gaan. Alsof de ontstane stilte van ongemakkelijkheid overgaat in wederzijds begrip. Mike begint te vertellen over zijn twijfels in het leven en vraagt zich af wat zijn volgende stap zou moeten zijn. Naar Berlijn, Kopenhagen? Het echtpaar vertelt over het je ergeren tijdens het samen lopen en hún onzekerheden. We zijn allemaal heel blij dat we juist hier zitten in plaats van aan een andere tafel met zwijgende hut-onhandigheid. Er is een gezamenlijkheid en wederzijds vertrouwen die ik ken uit de verhalen van Tsjechov en Paustovsky: volslagen vreemden, door het lot samengebracht, die tot ontboezemingen komen in de wetenschap dat ze elkaar hierna waarschijnlijk nooit meer zullen treffen. Ik heb die verhalen altijd gelezen met een mengeling van verrukking en weemoedig verlangen. De onvoorwaardelijke vertrouwelijkheid van vreemden die het hart openen en, omdat dat het land zo groot en leeg is dat je nooit weet wanneer je een volgende levende ziel ontmoeten zal, hun hele hebben en houwen op tafel gooien.
Na het eten drinkenMike en ik samen buiten nog een drankje onder de voorzichtige sterrenhemel. Hij heeft mij zien mediteren vanmiddag en wil weten "wat of hoe" en waarom ik het doe. Helpt het? Zou het iets voor hem zijn? Ach Mike, we zijn allemaal drenkelingen die in een storm van windkracht negen moed proberen te putten uit het het zwaaien met zwemdiploma A. We modderen maar wat aan en kijken er heel intelligent bij. Iedereen heeft de waarheid in pacht als de zon schijnt. Maar... ik las dat Boeddha in het uur voor zijn dood in pure paniek niet wist waar hij het zoeken moest. We zijn in goed gezelschap in onze wanhopige poging enigszins grip te krijgen op ons leven.
Als twee verloren clochards hangen we wat rond in de natte avondlucht. God wat hou ik toch van deze natuur: haar blindheid maakt alles en iedereen gelijk. Het gaat in haar schaduw alleen nog maar over inhoud. Ik glimlach: de verwassen lange-pijpen-gulponderbroek lijkt nu ineens het midden te houden tussen een fashionstatement en een opgestoken middelvinger. Deze 24-jarige heeft met al zijn vragen en onzekerheden beduidend minder hang-ups dan ik. En is een stuk dichter bij de waarheid dan het gros van de, in de Goretex gestoken klimmers hier op de berg. Ik voel mij een beetje als een boer naast Fred Astaire.
Terug in de hut vergelijken we onze uitrusting op onze kamer. Gasjes, tentjes, slaapzakken, alles. Ik loop met minimale bepakking, maar dat is vooral te danken aan de groothartigheid van mijn goede kameraad Frank, die mij zijn supersonisch 500 grams tentje heeft uitgeleend. Amerikaans handwerk een werkelijk wonder van moderne techniek en hypermaterialen. Daar hangt dan weer wel een prijskaartje van € 650 aan. Alles wordt vergeleken, betast en beoordeeld. Het is een verrukkende gelukzaligheid om een vreemde rugzak te zien opengaan en je te verheugen op wat iemand bij zich heeft. Welke mate van luxe men zich veroorlooft. Welke idioterie hij of zij meesleept en wat voor geniale items de ander tevoorschijn tovert.

Is het 2008? Ik heb besloten om voor het eerst een werkelijk lange tocht te maken en ben vanaf Briançon vertrokken richting Middellandse Zee. Op mijn rug heb ik een ton aan bagage: dagboeken, literatuur, Swiss-army knives, een 2 kg zware tent en wat al niet. Op het station van Digne hebt mijn tas gewogen: 18,4 kg zonder water. Als ik die ochtend vanaf het dal aan de eerste etappe begin kan ik nog niet eens honderd stappen doen zonder bloed op te geven. In de stijgende straten van de buitenwijk van Villar-Saint-Pancrace sta ik elke 5 minuten hangend aan de lantaarnpaal of verkeersbord uit te hijgen. Ik weet dan nog niet dat ik een mysterieuze darminfectie onder de leden heb die mij de volgende twee weken om het uur op mijn hurken zal dwingen om vervolgens volkomen leeg te lopen. Ik blijf dat koppig wijten aan inspanning, hitte en overmatige belasting. Temeer daar ik mijn thermisch ondergoed in de auto heb achtergelaten (onbegrijpelijke beginnersfout: het is die dag zonnig en je denkt dat je de komende drie weken meer zal hebben aan Oorlog en vrede van Tolstoj dan aan thermisch ondergoed. (Binnen 24 uur werd duidelijk hoe beperkt de macht van literatuur is). Ik bereik aan het einde van een eindeloos lijkende dag een groepje schuilhutjes op de eerste grote pas Ik strijk groen van pijn en vermoeidheid, neer. Op de kaart blijkt de wandeling van die dag een minuscuul lachertje te zijn geweest maar ik voel mij, na eerst voorkomen leeggelopen te zijn, minstens zo heldhaftig als Alexander de Grote. Als de zon begint te zakken zie ik een atletisch bewegende figuur naar boven komen. Strak in een nauwsluitend antraciete combinatie van bergbroek en soft-shell. Hij heeft een jaloersmakende lichtvoetigheid en het gemak van de gazelle in een Richard Attenborough film. Alsof hij hier thuishoort.
Ik speel de nonchalante langeafstandwandelaar terwijl hij zijn natte tentdoek te drogen hangt in de avondzon. Binnen in de schuilhut deelt hij zijn nootjes en verbijstering over mijn bepakking. Binnen no-time ben ik ontmaskerd als pathetische beginner. Maar ik delf een onvermijdelijk onderspit want deze 27-jarige hydrotechnischingenieur liep al op zijn 18e de Pyreneeën door van west naar oost, en stapte de zomer daarna de voordeur van zijn ouders in Grenoble uit, met slechts een kompas en autokaart van Europa. Einddoel Istanboel (!)
“Hoe vond je in vredesnaam de weg” vroeg ik hem. “met mijn kompas". "Gewoon richting zuidoosten lopen, dan kom je er uiteindelijk vanzelf“.
Eind december van dat jaar in Bosnië zonder water of eten loopt hij vast in de sneeuw. Uiteindelijk klopt hij aan bij een verlaten huis om onderdak. Hij spreekt geen woord Bosnisch.
Als de Boerin des huizes in het donker de deur opendoet barst zij uit in een spraakwaterval. De hele familie wordt geroepen en iedereen die verschijnt ontsteekt ook uit in woest opgewekt geschreeuw.
Jullian wordt mee naar binnen getroond en daar wacht een schitterend gedekte boeren tafel waar… Oh mysterie… Ook voor hem gedekt is!
Dit alles is vóór de smartphone en Google-translate-tijden dus er wordt gesproken met handen en voeten. De familie barst uit in gezang: schitterende balkan muziek in de, door kaarslicht verlichte, boerderij.
Julien weet niet wat hem in overkomt. Dan zet de familie een Bosnische variant in van "Stille nacht, heilige nacht" en hij realiseert zich dat het, uitgerekend vandaag, kerst avond moet zijn!
De familie dekt al jaren op kerstavond voor de terugkeer van de Messias. De lange eenzame tocht heeft ervoor gezorgd dat hij met baard en lang haar er precies uitziet als Jezus Christus.
Er is ondertussen een omfloerste maan opgegaan boven het meer. Iedereen slaapt en voor de eerste keer deze tocht ben ik nergens liever dan waar ik nu ben. Geborgen boven op een berg, omringd door de warmte van mensen die ik eigenlijk niet ken. Zo af en toe is het leven raar in zijn mooiheid. Morgen Italië . Weg van de “officiële“ route. Kijken of ik in Collina eten kan vinden -en hopelijk een kaart-.
Comentários